Over het algemeen zijn kinderen eraan toe om met de zindelijkheidstraining te beginnen als ze tussen de 18 en 24 maanden oud zijn. Sommige kinderen zijn er al eerder klaar voor, terwijl dat bij andere pas na hun 3e verjaardag het geval is, maar dat is heel normaal! Zindelijkheidstraining is geen wedstrijd. Het gaat erom dat je kind er fysiek en mentaal klaar voor moet zijn om te beginnen.
Misschien denk je wel "volgens mij is mijn kindje er klaar voor, maar hoe weet ik zeker of dit het juiste moment is?" Er zijn een paar signalen waarop je kunt letten.
In de eerste plaats zijn er een paar lichamelijke ontwikkelingen nodig om zindelijk te kunnen worden:
- Je kind blijft al langere tijd droog. Idealiter duurt het 2 tot 3 uur voordat je de luier moet verschonen. Als je kind nog niet langere tijd achter elkaar droog blijft, wordt het vervelend om telkens naar het potje te moeten gaan en dan kan het kind een hekel krijgen aan het potje.
- Je kind heeft een regelmatige stoelgang. Als je kind regelmatiger poept, is het gemakkelijker om met de zindelijkheidstraining te beginnen. Probeer het potje in de ochtendroutine op te nemen als je kindje altijd 's ochtends moet.
- Je kindje kan zelf zijn of haar broekje (en/of luierbroekje) omhoog en omlaag trekken. Het is belangrijk dat het kind ook echt zelf kan gaan als het eenmaal voelt wanneer het moet plassen of poepen. Het kind moet zichzelf kunnen uitkleden en weer aankleden, en hier ook het geduld voor hebben.
- Je kindje moet zelf naar het toilet kunnen gaan. Als je een kinderpotje gebruikt dat op de grond staat, is dat gemakkelijk. Als je echter een brilverkleiner hebt voor je normale toilet, zit daar waarschijnlijk ook een trapje bij. Je kindje moet daar wel goed op en af kunnen klimmen.
Behalve deze lichamelijke signalen en ontwikkelingen zijn er nog een paar andere dingen om op te letten. Je kind moet er namelijk ook geestelijk klaar voor zijn om met de zindelijkheidstraining te beginnen:
- Interesse tonen in het proces. Als je kind jou of andere gezinsleden begint te volgen naar het toilet, interesse toont in het toiletgebruik van anderen en er vragen over stelt, is dat een duidelijk teken dat je kleintje er klaar voor is om het zelf te proberen.
- In staat om het te begrijpen en onder woorden te brengen. Je kind begrijpt wat plassen of poepen betekent, kan zinnetjes zoals "ik ga poepen" of "ik moet plassen" zeggen en kan er misschien zelfs nieuwsgierige vragen over stellen.
- Aan een vieze luier trekken. Als je merkt dat je kindje een natte of vieze luier onaangenaam begint te vinden en meteen verschoond wil worden, is dat een teken dat het toe is aan de zindelijkheidstraining. De eigen motivatie om schoon te blijven is belangrijk.
- Verstoppen om te plassen of te poepen. Als je kindje zich begint te verstoppen en privacy zoekt, betekent dit dat het heeft geleerd te voelen dat het moet poepen. Het heeft gemerkt dat volwassenen zich daarvoor terugtrekken en gaat dat gedrag kopiëren.
Voordat je besluit om met de zindelijkheidstraining te beginnen, moet je bedenken dat het niet gaat lukken en zelfs frustrerend kan worden als je kindje er niet lichamelijk én geestelijk aan toe is. Het belangrijkste is om geen haast te hebben: als je wilt dat de zindelijkheidstraining een succes wordt, moet je kind er klaar voor zijn.
Als je eenmaal hebt besloten om te beginnen, hebben we een andere blogpost voor je met onze beste tips om de zindelijkheidstraining succesvol te laten verlopen.