Week 31

Week 31

Berichtje uit je buik

Ik daal in

Vanaf deze week kan ik al indalen. Dat wil zeggen dat ik richting de bekken zak, zo bereid ik me alvast voor op de bevalling. Gemiddeld dalen baby’s tussen week 30 en 38 in. Als ik eenmaal ben ingedaald, dan heb ik nog maar weinig ruimte om te bewegen. Daarom ga ik voor het indalen al in de juiste houding liggen voor de geboorte. Er bestaat een kans dat ik een beetje eigenwijs ben en in de verkeerde houding ga liggen voor het indalen. Hieronder zie je een plaatje van de verschillende houdingen waar ik in kan liggen. De achterhoofdsligging is de beste houding voor de bevalling. In deze houding is de diameter waarmee mijn hoofd door het geboortekanaal gaat namelijk het kleinst.

Mocht ik in week 36 nog niet in de goede houding liggen, dan kan de verloskundige of de gynaecoloog proberen om mij te draaien. Dit wordt een versie genoemd. In 50% van de gevallen slaagt een versie.

Uiteindelijk ligt ongeveer 5% van de baby’s tijdens de geboorte in een andere houding dan de achterhoofdsligging. Als ik in de verkeerde houding lig, dan overlegt de verloskundige met jou wat de beste manier is om te bevallen. Soms kan dat nog steeds via de natuurlijke manier, maar het kan zijn dat de verloskundige een keizersnede aanraadt.

 

 

Mama’s week

Indalen, hoe voelt dat?

Je baby kan vanaf deze week dus al indalen. Het gevoel van het indalen is per vrouw verschillend. De een voelt er niks van, terwijl de ander last heeft van indalingsweeën. Indalingsweeën zijn niet regelmatige weeën en voelen als een scherpe pijn in je liezen of een krampende pijn in je onderbuik. Meestal gaan ze na een paar uur weer weg. Als je twijfelt of de hoeveelheid pijn die je ervaart normaal is of twijfelt over de oorzaak van de weeën, bel dan altijd even je huisarts of verloskundige.

Je zult merken dat je na het indalen van je kindje weer meer lucht krijgt en minder last hebt van brandend maagzuur. Dit komt omdat het kindje minder tegen je longen en je maag aandrukt. Daar staat wel tegenover dat de druk op je blaas groter wordt…

Een tweede kindje daalt doorgaans later in dan het eerste kindje. Dat komt doordat de buikspieren tijdens de eerste zwangerschap steviger zijn en nog niet zijn opgerekt. Hierdoor oefenen de buikspieren meer druk uit op het kindje. Tijdens de tweede zwangerschap zijn de buikspieren meer opgerekt, waardoor die druk minder is.

Waar wil jij bevallen?

Dit zijn de opties

Jij en je partner mogen zelf beslissen waar de bevalling plaatsvindt. Je kunt thuis bevallen, in het ziekenhuis, in een geboortehuis of poliklinisch. In principe mag je over deze keuze nadenken tot de start van de bevalling, maar het is wel zo fijn om die knoop van tevoren al door te hakken. Hieronder lees je wat de verschillende keuzes inhouden en welke voor- en nadelen de opties hebben.

Thuisbevalling
Bij een thuisbevalling komt de verloskundige naar jou toe. Dat betekent dat je niet in de auto hoeft te stappen met weeën en dat je in je eigen vertrouwde omgeving kunt blijven. Een andere fijne bijkomstigheid van een thuisbevalling is dat de kraamverzorgster de eerste uren na de bevalling bij jou blijft om jou en de baby te ondersteunen.

Een thuisbevalling kent ook nadelen. Zo moet je alsnog naar het ziekenhuis als er complicaties optreden of als je pijnbestrijding wilt. Ongeveer de helft van de vrouwen die bevallen van een eerste kindje worden alsnog doorverwezen naar het ziekenhuis.

In het ziekenhuis
Met een ziekenhuisbevalling ben je verzekerd van de medische hulp die nodig is bij complicaties. Het ziekenhuis biedt dus een bepaalde zekerheid. Daar staat wel tegenover dat je niet in een vertrouwde omgeving zal bevallen. Wil je van tevoren al kennis maken met de omgeving waar je gaat bevallen? Wellicht kun je dan alvast een kijkje kan nemen in het ziekenhuis. Verschillende ziekenhuizen organiseren rondleidingen op de kraamafdeling en/of informatieavonden over het bevallen.
Een ander nadeel van een ziekenhuisbevalling is dat je niet volledig vrij bent om te doen waar je behoefte aan hebt. Als je tussendoor wil douchen, dan is dat thuis geen probleem. In het ziekenhuis zul je dat eerst moeten overleggen.

Bij een ziekenhuisbevalling is het handig om van te voren een geboorteplan op te stellen. Met een geboorteplan kun je op een snelle manier de verloskundigen en de gynaecoloog op de hoogte brengen van jullie voorkeuren met betrekking tot de bevalling. Lees meer over het geboorteplan in week 32.

Poliklinisch bevallen
Poliklinisch bevallen wil zeggen dat je in het ziekenhuis bevalt, onder begeleiding van je eigen verloskundige. Een poliklinische bevalling biedt de zekerheid van een ziekenhuis en het vertrouwde gevoel van je eigen verloskundige.

Geboortecentrum
Een geboortecentrum is een locatie in of vlakbij het ziekenhuis. Ook hier kun je bevallen onder begeleiding van de eigen verloskundige. In een geboortecentrum hangt een huiselijke sfeer. Bij sommige geboortecentra kun je na de geboorte wat langer blijven liggen dan in het ziekenhuis. Zo heb je wat meer tijd om bij te komen. Een nadeel is dat je bij complicaties alsnog moet verplaatsen.

Terug naar blog